Travalje

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Smederij en wagenmakerij van Onzenoort aan de Luiten Ambachtstraat 23 met hoefstal
Smederij en wagenmakerij van Onzenoort aan de Luiten Ambachtstraat 23 met hoefstal

Ontstaan van de travalje of hoefstal

Graag spreken we vandaag over vroeger. Hoe rustig het allemaal was, de mensen die nog oog voor elkaar hadden. Moeders die tijdens het op de hand wassen en het te drogen leggen van de was op de bleek, elkaars kinderen in de gaten hielden. Soms krijgt men wel eens de indruk dat iedereen heimwee heeft naar die dagen. De werkelijkheid is vanzelfsprekend genuanceerder, verlangt u terug naar water uit de put? Of naar ijsbloemen op de ruiten in een veel te koud huis?

Wat weet u nog van de activiteiten van de diverse beroepsgroepen, die er in dorp of stad waren?

Vrijwel alle kleine middenstanders zijn verdwenen en daarmee natuurlijk een hoop kennis over de werkzaamheden van de dorpskruidenier, de bakker, de slager, de loodgieter, de wagenmaker en de smid. De smid, die landbouwgereedschap maakte en repareerde. Die het ijzer in het vuur legde en daarna het gloeiend hete materiaal met een hamer in de juiste vorm sloeg. Koelwater deed de rest. De smid, die ook ijzeren hekken maakte en daarbij veelal een ware kunstenaar was. Je ziet ze zo nu en dan nog bij oude boerderijen. Van die hekken, die al honderd jaar en meer de ellementen probleemloos trotseerden. Zie: Smeedijzeren hekwerk Lambertuskerk

emaille bord "Hoefsmid met Rijks Diploma"
emaille bord "Hoefsmid met Rijks Diploma"

De smid

De smid, die de paarden besloeg en daarvoor een of twee travaljes had. De ene binnen in de smederij, de andere buiten. Van oorsprong was de travalje een houten constructie waarin het (boeren)-paard vastgezet kon worden om nieuwe hoefijzers te krijgen, doorgaans ook door de smid gesmeed. In een later stadium gebruikte men bij de bouw van travaljes ook ijzeren onderdelen. Een bordje met "Rijksgediplomeerd hoefsmid" maakte duidelijk dat je bij hem je paard gerust kon laten beslaan.

Herkomst

De herkomst van de travalje ligt in het verre verleden. Er zijn bronnen, die vermelden, dat ze uit het midden van de achttiende eeuw stamt en in Frankrijk is geboren, maar dat is niet waar. In het "Kuerbouc van leperen" uit de vijftiende eeuw komt al een randversiering voor van een travelje. Vroeger maakte men in oorlogen gebruik van paarden in de cavalerie. Het hoeft dan ook geen betoog dat er mobiele travaljes bestonden. Oorlogen duurden lang en er moesten grote afstanden worden overbrugd. Geen wonder dat het noodzakelijk was om paarden tijdens gevechtscampagnes te beslaan. Hier in ons eigen Brabantse land waren het niet alleen de smeden, die over travaljes beschikten. Grote boerderijen hadden er meestal zelf een. In Brabant stonden ze overal, in dorpen en in steden. De mechanisatie in de landbouw maakte het paard overbodig, vandaar dat de meeste inmiddels verdwenen zijn.


Bron: Terry van Erp