1 - 8 Regiment Infanterie

Opgericht	15-06-1945 Ermelo
Vertrek Engeland	15-10-1945 Aldershot
Vertrek Indië	28-10-1945 a/b "Nieuw Amsterdam"
Aankomst Malakka	20-11-1945 Koeala Ketjil
Aankomst Indië	08-03-1946 Batavia
Toegevoegd aan	T.T.C. West-Java, T.T.C. Midden-Sumatra
Ingedeeld bij	U-Brigade (B-divisie)
Actiegebied(en)	Batavia, Padang
Commandant	Maj. W. Spiering 15-06-1945/07-06-1948
Gerepatrieerd	24-04-1948 a/b "Johan van Oldebarneveldt"
Aankomst	18-05-1948 Nederland
Omgekomen	25 man
Bijnaam	Veluwe Bataljon, de "Haantjes"

Het OVW-bataljon 1-8 RI is voortgekomen uit de Binnenlandse Strijdkrachten van gewest 6 (Veluwe) en gewest 5 (Achterhoek). Na de opleiding kwam het bataljon onder bevel van de 21st Army Group voor bewakingstaken in Duitsland. Zover kwam het echter niet. Via Engeland, waar het bataljon werd voorzien van de noodzakelijke uitrusting, vertrok het bataljon naar Indië. Daar de bevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), de admiraal Mountbatten, vanaf 2 november 1945 een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen had ingesteld werd er uitgeweken naar Malakka. Dit verbod is in maart 1946 opgeheven. Kort na aankomst te Batavia werd het bataljon op 12 maart 1946 verplaatst naar Mr. Cornelis. Na ongeveer één week begon het bataljon posten over te nemen van de Brits-Indische Gurkha's in de sector Klender.

Door dagelijks te patrouilleren en de omringende kampongs te zuiveren keerde de rust weer enigszins terug in dit gebied. Op 7 juni nam het bataljon deel aan een zuiveringsactie in brigadeverband in het gebied tussen Klender en Pondok Gedeh. Vier dagen later bezette het bataljon Bekasi en werden er posten ingericht te Krandji, Tjakoeng en Oedjoengmenteng. In juli nam het bataljon het gebied rond Tangerang over. Op 24 november vertrok het bataljon, na te zijn afgelost door onderdelen van de "7 December divisie", naar Padang op midden Sumatra. Daar werd het bataljon ingezet voor kazernewacht en stadspatrouilles en leverde het de wacht bij belangrijke gebouwen en objecten zoals het hospitaal, de benzine opslag en de gevangenis. Al snel werd begonnen met het zuiveren van enkele kampongs in Padang zoals, Djawa Dalam en Baharoe. Dit had tot resultaat dat er in december al een verbetering was en het een stuk rustiger en veiliger werd in de stad. Geleidelijk werden de "Haantjes" nu ook ingezet op posten aan de rand en buiten Padang.

Tijdens de 1^e politionele actie startte het bataljon in de nacht van 20 op 21 juli 1947 met de arrestatie van subversieve elementen en leden van de NRI stadspolitie. De door de NRI beheerde gebouwen en instellingen werden tevens bezet en overgenomen. Ook trok het bataljon op naar de Boengoesbaai zuid van Padang. In het verdere verloop van de actie bleef het bataljon in reserve en werd ingezet daar waar dat nodig was. Dit was onder meer het geval bij Loeboek Aloeng, noord van Padang dat op 4 augustus samen met 1-RJ werd bezet om de voortdurende dreiging van infiltratie vanuit het noorden tegen te gaan. In oktober 1947 nam het bataljon o.a. de posten te Loeboek Boeaja, Baringin, Loeboek Aloeng en Pasar Oesang over van 1-RJ ten noorden van Padang. Hier verbleef het bataljon tot aan de repatriëring.

Geraadpleegde literatuur:

Brugman, P., Naar de Oost : Oorlogsvrijwilligers naar Nederlands-Indië 1945-1948. Kampen, 2000; 216 blz.
U-Brigade: met aantekeningen en herinneringen van de schrijver. Gedenkboek voor deveteranen van 1-8 RI. Het reilen en zeilen van het bataljon wordt beschreven vanaf de opkomst tot de terugkeer in Nederland in 1948.

Digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp