Nederlandse stammen - Tungri
Toen de Romeinen rond het begin van onze jaartelling oprukten in de Lage Landen waren deze bewoond door verschillende Germaanse stammen. De namen van deze stammen zijn tot ons gekomen in gelatiniseerde vorm. Maar wat betekenen zij? In een reeks gewijd aan de duiding van deze namen, deze keer: de Tungri.
Kleine geschiedenisDe benaming Germania, zegt men, is nieuw en onlangs aangemeten, daar zij die als eersten de Rijn overstaken en de Galliërs verdreven (en nu Tungri heten) in die tijd Germani heetten. Dus de naam van een stam, en niet van een volk, werd allengs overheersend, met als gevolg dat zij allen Germani werden genoemd, eerst uit angst door de overwonnenen van de naam van de veroveraars, en daarna, toen de naam was bedacht, ook door de Germani zelf.
Aldus de Romeinse geschiedschrijver Tacitus in zijn welbekende werk over de Germaanse wereld. De naam Germani werd aanvankelijk dus door een enkele Germaanse stam gedragen, die zich later de Tungri ging noemen.
Het gebied dat de Tungri hadden ingenomen, ruwweg het dal van de Maas benoorden de Ardennen, was voorheen grotendeels bewoond door de Eburonen, die in 53 voor Christus zo goed als volledig waren uitgeroeid door Julius Caesar als vergelding voor verraad. Het is onbekend in hoeverre de Tungri hieraan hadden meegewerkt (de Romeinen speelden wel vaker de ene stam tegen de andere uit), maar zij bevonden zich nu in ieder geval binnen de grenzen van het Romeinse Rijk, alwaar zij sterk onder de invloed van de Gallo-Romeinse cultuur kwamen te staan.
De Romeinen hadden in dit gebied reeds een civitas gesticht van waaruit zij hun heerschappij lieten gelden, voortaan Atuatuca Tungrorum genoemd, en de Tungri leverden strijders om voor het rijksleger te vechten. Toen verder naar het noorden de Batavi in 69 na Christus in opstand kwamen sloot een deel van de Tungri zich daar bij aan, maar deze opstand werd uiteindelijk neergeslagen en vele Tungri gingen enkele jaren later buiten hun eigen streek vechten voor het Rijk, met name in Brittannië.
In de derde eeuw na Christus was er een machtig verbond van Germaanse stammen ontstaan, de Franken, die de Rijn overstaken en zo gebieden gingen bezetten van het inmiddels ernstig verzwakte Romeinse Rijk. Hoewel sommigen wellicht naar het zuiden zijn gevlucht zullen de meesten der Tungri waarschijnlijk zijn opgegaan in de Franken. Hun oude gebied komt grotendeels overeen met het latere bisdom Luik en plaatsnamen die heden aan hen herinneren zijn Tongeren, Tongerlo en Tongelre.
Duiding
Hoewel de Tungri weliswaar nadrukkelijk als Germaans werden beschouwd en banden onderhielden met andere Germaanse stammen zoals de Batavi, hadden zij zich niettemin in Gallo-Romeins gebied gevestigd en zodoende Keltische stammen als buren. Bovendien hadden zij mogelijk nog wat van de overblijfselen van de oorspronkelijke bevolking opgenomen. Vandaar dat de naam Tungri in beginsel zowel Keltisch als Germaans zou kunnen zijn. Een duiding is dan dat Tungri een Keltische naam is, verwant aan Oudiers tongaid ‘(een eed) zweren’ en Wels twng ‘eed’, met een betekenis als ‘de eed-gebondenen’. In de opvatting dat de naam Germaans is, is voorgesteld dat hij van dezelfde wortel is als Oudgermaans Tongel *tunglan ‘ster, hemellichaam’. De Tungri zijn dan de ‘schijnenden, lichtenden’. Maar in beide gevallen is het onduidelijk hoe de afleiding gemaakt is; andere voorbeelden van dergelijke afleidingen ontbreken.
Een meer aannemelijke duiding is dat de naam verwant is aan onder andere Oudengels getingan (getang, getungen) ‘aandringen’, Oudengels tengan ‘dringen, met haast of geweld voortgaan’, Oudhoogduits zangar ‘bijtend, scherp’ en Nederlands tang. Deze woorden gaan terug op de Oudgermaanse wortel *teng-/*tang-/*tung- ‘bijten, samendrukken, dringen enz.’ Van de nultrap hiervan, *tung-, zou dan met een -ra-achtervoegsel zijn afgeleid een bijvoeglijk naamwoord *tungraz, zo veel betekenend als ‘dringend, fel optredend’. Hiervan dan het meervoud als naam van deze stam: *Tungrōz ‘Dringenden, Onstuimigen’, gelatiniseerd als Tungri. Het is een betekenis die een Germaanse stam niet misstaat en het is een slag afleiding die wel meer voorkomt in het Oudgermaans, zoals in *bitraz ‘bijtend’ (Nederlands bitter) van *bit-, de nultrap van de wortel*beit-/*bait-/*bit- ‘bijten’.
Hoe het ook zij, de hedendaagse vorm van Tungri zou Tongers dan wel Tongeren zijn.
~
Lees verder over andere stamnamen in deze reeks.
~